Deux aesbijbels
Liesveldtbijbel
De Moderne Devotie is een grote stimulans geweest om de gehele Bijbel in de volkstaal te verspreiden. Onder leiding van Geert Grote werden gedeelten vertaald uit de Vulgaat (Latijnse tekst van de Septuagint, vertaald door Hiëronymus in 404 vanuit de Hebreeuwse grondtaal en in gebruik bij de RK-kerk). Luther kreeg nog meer invloed, hij vertaalde de Bijbel vanaf 1522 als eerste uit de grondtekst. De reformatorische bijbelvertalingen, die bijna allen op zijn vertaling teruggingen, kwamen uit Antwerpen.
In navolging van Pietersoen uit Amsterdam gaf drukker Jakob van Liesveldt in 1522 de 4 evangeliën uit. Vier jaar later drukte hij de eerste volledige Nederlandse bijbel, waarbij Luthers vertaling werd gebruikt voor het NT en de Vulgaat + andere vertalingen voor het OT. In deze uitgave ontbrak de verzenindeling, wel waren houtsneden opgenomen uit de Lutherbijbel, gegraveerd door Lucas Cranach (in navolging van Albrecht Dürer). Voor degenen die niet konden lezen, waren de Bijbelillustraties van groot belang. De Bijbels werden door het volk gretig ontvangen en dat was een aanmoediging voor Liesveldt om meer Bijbeldrukken te verzorgen. In de volgende uitgaven werden steeds meer gedeelten van Luthers vertaling opgenomen tot in 1535 de gehele Bijbel in deze vertaling werd uitgegeven. Drie jaar later kreeg de drukker moeilijkheden met justitie. Dat leidde tot verbranden van zijn Bijbels en andere uitgaven. De laatste en beste druk van de Liesveldtbijbel (1542) is de vertaling van de gehele Lutherbijbel met de volledige kanttekeningen van Luther.
Daarop reageerde de roomsgezinde overheid met plakkaten om de uitgave van de Liesveldtbijbel te verbieden. Drukker Liesveldt werd veroordeeld, vooral om de kanttekening bij Kolossenzen 1 over genade en vergeving van de zonden door Christus Jezus. Zijn onthoofding vond plaats in 1545. Ook verbood de rooms-katholieke kerk het gewone volk om de Bijbel in hun eigen taal te bezitten en gaf Nicolaas van Winghe de opdracht in 1548 om vanuit de Vulgaat een eigen vertaling te maken. Deze werd bij drukker Moerentorf ongewijzigd uitgegeven tot ongeveer 1900. In 1556 werd in de vluchtelingengemeente te Emden de eerste gereformeerde Bijbel in gebruik genomen. De uitgave was een particuliere onderneming van de Emder uitgevers Steven Mierdman en Gilles van der Erve. Het uitgangspunt was het volk naar de Bijbel te brengen door een zo getrouw mogelijke vertaling naar de oorspronkelijke teksten, dus in het voetspoor van Calvijn. Deze vertaling liet te lang op zich wachten en daarom nam men de toevlucht tot een bewerking van de Zürichse Bijbel van Zwingli, vertaald door Jan Gheylliart, die vanuit de grondtekst was overgezet, maar ook een aantal gedeelten van Luthers' vertaling bevatte. Door de vele wijzigingen waren ze niet meer als Luthers werk te herkennen. Omdat de tekst sterk afweek van de geliefde Liesveldtbijbel, kwam er geen tweede druk.
Deux aesbijbel
In 1562 werd de Deux-aesbijbel, waarbij de predikanten Godfried van Winghen en Johannes Dyrckinus betrokken waren (beiden waren bevriend met Utenhove), uitgegeven door Gillis van der Erve. Het zou een herziening moeten worden van de Liesveldtbijbel met behulp van de Zürichse Bijbel en de Luthervertaling voor het OT. De kanttekeningen zijn overgenomen van Luther . Dyrckinus gebruikte voor het NT de grondtekst, de Franse vertaling van Calvijn met daarbij een verzenindeling en de Latijnse vertaling van Beza.
De typische naam van deze Bijbel: Deux-aes hangt samen met de kanttekening bij Neh. 3:5: de armen moeten het kruis dragen, de rijken en geven niets, deux aes en heeft niet, six cinque en gheeft niet, quater dry die helpen vry. Men moet hierbij denken aan het werpen van twee dobbelstenen. Deux aes, twee en een, is een lage worp, daarmee worden de armen bedoeld. Six cinque, zes en vijf, is de hoogste worp, slaat op de rijken. Quater dry, vier en drie, dat zijn de mensen van de middenstand, die wel helpen. De Deux-aesbijbel is de eerste geweest, die in bevrijde gebieden werd gedrukt, zie Jan Canin te Dordrecht in 1572. Hij kreeg in de jaren 1579 tot 1582 toestemming van de Staten van Holland en Zeeland, die dus toen al belangstelling toonden voor de zaak van de Bijbelvertaling.
Deze Bijbel was al spoedig geliefd bij de gereformeerden en bleef in gebruik tot de komst van de Statenvertaling in 1637. Dopersen en Lutheranen hebben eeuwenlang de Emdense Biestkensbijbel uit 1560 als basis voor hun Bijbel gebruikt. Dit was een bewerking van de Liesveldtbijbel met aanpassingen van de Luthertekst. Bij latere uitgaven werd meer de grondtaal gebruikt.
Bronnen
- Artikelen Nederlands Bijbelgenootschap
- W. C. Poortman, Bijbel en prent dl 1, 1983
- Dr. C.C. de Bruin, De Statenbijbel en zijn voorgangers, 1937
- H. de la Fontaine Verwey, Drukkers, Liefhebbers en Piraten in de 17eeeuw, 1976
- J. van Delden, De tale Kanaäns, 1982
Openingstijden
Het museum is uitsluitend op afspraak geopend
Adres
4142 LD Leerdam
0345 - 577 605
06 - 519 910 59