De Bijbel en de overheid
Vanaf het begin van de Nederlandse staat (1572) was er een intensieve bemoeienis van de overheid met de protestantse kerk en met o.a. de Statenvertaling beoogde zij meer eenheid in de zeven Nederlandse gewesten te bereiken, dit zou tot de Franse tijd (1795) duren. Daarna werd dit gedurende enige jaren beduidend minder maar tijdens het Koninkrijk der Nederlanden brak er voor de toenmalige Hervormde Kerk (de grootste in die tijd) een tijdperk van
tientallen jaren durende intensieve staatsbemoeienis aan. In 1816 kwam er bij Koninklijk Besluit een algemeen kerkelijk reglement. Hierbij werd onder
andere vastgesteld dat de koning of minister van Eredienst het recht hadden om de leden van de kerkelijke, landelijke en provinciale synoden aan te stellen. De koning met zijn ministers zorgden er zo voor dat de kerk van bovenaf werd bestuurd. Hierbij werden enigszins afwijkende meningen de grond ingeboord.
Het parool was: 'eenheid in regering, land en godsdienst'.
Niet voor niets gaf het wapen van de Staten-Generaal in de Statenbijbels de Nederlandse leeuw weer met het vignet: 'eendracht maakt macht'. Zie hieronder dit wapen met vignet.
Wapen en vignet
De leeuw heeft zeven pijlen in de hand, voorstellende de Zeven Nederlandse Gewesten, en draagt een kroon om aan te geven dat onze Republiek (de enige in Europa) niet onder doet voor alle koninkrijken.
De staatsbemoeienis bleek bijvoorbeeld ook bij de zogenaamde Staatsberijming, dat wil zeggen: de berijmde Psalmen die in 1773 in de kerken ingevoerd werd op last van de landsoverheid tegen de zin van een groot aantal kerkleden. Dit leidde op een aantal plaatsen tot onrusten.
U kunt er uitvoering over lezen in het boek van Maarten 't Hart 'Het Psalmoproer' gesitueerd te Maassluis.
De oorlogsvloot had predikanten aan boord. VOC-schepen hadden zogenaamde ziekentroosters met hun Bijbels en bijbelse formulieren. Scheepskapiteins en hoger geplaatsten zoals Michiel de Ruyter lazen 's zondags aan de bemanning een bijbelhoofdstuk voor, terwijl bijvoorbeeld Michiel de Ruyter in zijn Scheepsjournaal bijbelse spreuken gebruikte.
Het Scheepsjournaal van De Ruyter werd door hem geopend met de woorden: 'Looft God bovenal'.
Scheepsvrachtcontracten verwezen naar de Bijbel. Het landleger had veldpredikers in dienst, sinds prince Maurits. De Staten betaalden de Statenvertaling en wilden hier dan ook ruime bekendheid aan geven. De Generale Synode der Kerken gehouden in 1618-1619 had besloten dat er een Voorwoord in de nieuwe bijbel zou komen maar steggelde enkele jaren met de landsregering over de vraag wie dit voorwoord zou schrijven.
Dit was een van de oorzaken waardoor de vertalers daadwerkelijk pas in 1626 aan de slag konden gaan. De regering won de strijd om het voorwoord. Op de hiervolgende afbeeldingen kunt u dit voorblad lezen.
Honderden jaren is dit blad aan het begin van de Statenbijbel opgenomen.
De Nederlanden in opstand tegen Spanje, nederlandstalige bijbels door Spanjaarden
verboden en verbrand
Aanloop naar de tachtigjarige oorlog (1568 - 1648)
In 1566 woedde de beeldenstorm in de Nederlanden (zie afbeelding hieronder) en de Spaanse koning Filips II (dit is de koning van Hispanje uit het Wilhelmus) die toen Heer der Nederlanden was, reageerde door de landvoogdes Margretha van Parma, die in zijn ogen te zachtzinnig was, te vervangen door de Hertog van Alva.
Zie hierboven een afbeelding van zo'n beeldenstorm. Hierbij speelden niet alleen religieuze motieven als verzet van de reformatiegezinden tegen het aanbidden van heiligenbeelden in de kerken een rol. Ook afkeer van de armen, die in slechte sociale omstandigheden leefden, tegen de pracht en praal in de Katholieke kerken speelde een rol, hoewel deze groep voor een groot gedeelte (nog) volop katholiek was.
Zie hieronder afbeeldingen van een aantal heiligenbeelden zoals deze uit de Katholieke kerken door de beeldenstormers werden verwijderd en veelal vernield.
Sint Rochus Antwerpen Sint Johannes de Doper
Madonna met kind Parijs, circa 1380 Sint George Luik, circa 1420
Alva liet Nederlandstalige bijbelbezitters streng straffen door de door hem ingestelde zogenaamde Raad van Beroerten die in de volksmond de naam Bloedraad kreeg (vanwege de vele uitgesproken doodvonnissen) en de bij huis zoeking gevonden bijbels werden verbrand. Bezitters ervan kregen een langdurige gevangenisstraf of de doodstraf. Dit gold speciaal voor predikanten; om maar dicht bij huis te blijven, zo werden bijvoorbeeld de dominees van Leerdam en Asperen in 1573 opgehangen, evenals de schoolmeester. Andere "ketterse" predikers werden verbrand of levend begraven, zie onderstaande gravures hiervan. Bij de rechtse afbeelding was eerst de man verbrand en nu werd ook de vrouw in hetzelfde vuur geduwd.
Verschillende verhalen uit die tijd zijn opgetekend / overgeleverd hoe bijbelbezitters de Spanjaarden soms te slim af waren en hun bijbel verborgen wisten te houden: het z.q. verhaal van de 'gebakken bijbel' vertelt hoe een boerin deze verstopte in het deeg van de broden die klaar lagen om in het bakhuisje
in de oven gedaan te worden. Het 'verdronken bijbel' verhaal hoe een bijbel waterdicht afgesloten in een varkensblaas in een waterput werd verstopt.
Alleen de bijbel gedrukt door Moerentorf (Moretus) te Antwerpen in de Plantijnse drukkerij in 1599 was toegestaan om te bezitten. Afbeelding hiervan te zien bij het Hoofdstuk 'De Bijbel en de kerken' (Hoofdstuk 8). Dit was omdat deze namens de paus was goedgekeurd.
De collectie varieert qua formaat van de zeer kleine zogenaamde Geuzenbijbels, ook wel marskramersbijbels genoemd (deze waren zo klein om in het geheim vervoerd en gemakkelijk verstopt te worden bij huiszoeking door de Spanjaarden tijdens de 80-jarige oorlog, zie afbeelding hieronder) tot de enorme Statenbijbels van de Nederlandse regenten tijdens de gouden eeuw.
Marskramersbijbel
Zoals bijvoorbeeld een Statenbijbel op imperiaalformaat uit 1701 wat blijkens inscriptie door de (met naam genoemde) notabelen van het dorp Roosendaal is geschonken aan de Baron van Palland.
Toen op 1 april 1572 den Briel als 1e stad in Holland in handen van de Prins van Oranje viel na de verovering door de watergeuzen en in de maanden daarna de steden Veere, Enkhuizen, Oudewater, Gouda, Leiden, Dordrecht, Zierikzee en Gorinchem de kant van de opstand kozen werden in een deel daarvan al snel bijbels vrijelijk gedrukt en nu ook op groter formaat. Dordrecht zou eeuwenlang een centrum van bijbeldrukkerskunst blijven, echter de vrijheid van drukpers elders was soms van korte duur want bijv. Haarlem werd in 1573 weer door de Spanjaarden ingenomen, terwijl Zierikzee in 1576 weer in Spaanse handen viel. Over Dordrecht valt te vermelden dat direct in het bevrijdingsjaar 1572 drukker J. Canin een volledige bijbel uitgaf. Zie verder over Dordrechtse Bijbeldrukkers bij het hoofdstuk: 'Bijbeldrukmethodes en Statenbijbeldrukkers'.
De vrije Statenvergadering van Holland en Zeeland die in 1572 werd gehouden besliste dat er vrijheid van godsdienst en van de uitoefening daarvan zou zijn, zowel van de gereformeerde als ook de Rooms-Katholieke leer. In de praktijk bleek echter al snel dat de gereformeerde godsdienst een soor staatsgodsdienst zou worden. Rooms-Katholieken werden gedoogd en hadden wel gewetensvrijheid maar hun kerken mochten vanaf de openbare weg niet zichtbaar zijn (schuilkerken) en ze moesten jaarlijks de recognitiegelden betalen. Ze stonden in een kwade reuk wegens vermeende sympathieen voor de vijand Spanje, die immers als doelstelling nr. 1 had: 'de gereformeerde godsdienst uit te bannen'. Daardoor bekleedden zij zelden een openbaar ambt. Zij hielden ook hun eigen bijbelvertaling, de zogenaamde Vulgaat. Ook de Luthersen en Doopsgezinden hadden hun eigen vertaling, voor hun kerken golden wat minder stringente eisen: ze mochten wel zichtbaar zijn vanaf de openbare weg maar mochten geen kerktoren hebben en geen klokken luiden.
Zie meer daarover bij het hoofdstuk ' De Bijbel en de kerken'.
Openingstijden
Het museum is uitsluitend op afspraak geopend
Adres
4142 LD Leerdam
0345 - 577 605
06 - 519 910 59