Bijbeldrukmethodes en Statenbijbeldrukkers
Er waren al niet zoveel bijbels in omloop, het drukken was een kostbaar en langdurig werk. Een vel werd stuk voor stuk gedrukt en aan een soort waslijn te drogen gehangen, pas daarna werd de achterkant bedrukt. Hieronder ziet u zo'n oude drukkerij (Plantijn te Antwerpen) afgebeeld.
U kunt zich indenken dat de oplagen dan ook klein waren. Het nam vaak meer dan een jaar in beslag getuige de voorbeelden waarbij het nieuwe testament, of de apocriefen, twee of zelfs drie jaren later is gedateerd dan het oude testament.
Door de acties van de Spanjaarden bleven er nog minder over en het mag dan ook bijzonder heten dat er een aantal exemplaren bewaard zijn gebleven en in verschillende collecties te bezichtigen zijn. De drukker moest ook kapitaalkrachtig zijn en langdurig eerst alleen kunnen investeren voordat hij geld ontving want na het drukken van de bijbel moest deze naar de bijbelbinder. Deze liet dan een schrijnwerker (de gilden stonden op specialisatie) twee eiken planken op maat maken; met hennepkoord werden de planken met de bijbel verbonden, ingenaaid, op model gebracht en over de planken werd dan perkament of rundleer gespannen, waarna een fraai embleem warm werd ingeperst. Een kopergieter leverde op maat koperen sloten en hoekstukken waarmee de bijbel werd ingeklemd en eeuwen mee kon.
Van deze drukker van de eerste Nederlandstalige Bijbel in vrij Nederland, J. Canin, is verder bekend dat hij tot lid van de zojuist gestichte kerkenraad van de Gereformeerde Kerk in Dordrecht werd gekozen en waarschijnlijk ook de dienst heeft bijgewoond waarbij de Prins van Oranje aanwezig was. Canin was afkomstig uit Gent in Vlaanderen en in 1566 is hij gevlucht naar aanleiding van beschuldiging van beeldenstormer. Aangenomen wordt dat hij de bijbel van 1572 die hij in Dordrecht uitgaf, reeds (grotendeels) in ballingschap gedrukt had en in Dordrecht als het ware afgemaakt had.
In 1579 drukte Peter Verhaaghe een Nieuw Testament, hieronder afgebeeld. Aanvankelijk was hij voor de Spanjaarden gevlucht naar Engeland, en toen Dordrecht vrij werd in 1572, keerde hij terug en begon een drukkerij. Hij was een concurrent van Canin.
.Opmerkelijk was de clandestiene Statenbijbeluitgave uit het jaar 1641, gedrukt door Pieter Loijemans en Marten de Bot te Dordrecht. Dit was een verboden uitgave omdat er vanaf 1637 een privilege van exclusieve uitgave voor 15 jaar aan de uitgever weduwe Van Wouw door de Staten-Generaal was verleend (een zogenaamde piratendruk). Hieronder een voorbeeld van de zogenaamde Waerschouwinge tegen het clandestien drukken van Statenbijbels.
In 1660 drukte Jan Barends Smient te Dordrecht een foliant Statenbijbel. Een aantal foto's van Dordrechtse Statenbijbeluitgaven vindt u hieronder. Interessant om te zien zijn de verschillen tussen de landkaarten van Dordrecht van de verschillende drukkers en de jaren van uitgave.
Terwijl de bakermat van het later zo beroemd geworden geslacht
KEUR eveneens in Dordrecht gevonden wordt. De grondlegger was Jacob Braat, met
de drukkerij: "In de werckende hoop", die in 1662 een volledige
Statenbijbel uitgaf. Zijn stiefzoon was de eerste van het vermaarde
Bijbeldrukkersgeslacht KEUR; Dit bestond tenslotte uit respectievelijk
- Hendrik I
- Jacob I
- Pieter
- Hendrik II
- Jacob II
Openingstijden
Het museum is uitsluitend op afspraak geopend
Adres
4142 LD Leerdam
0345 - 577 605
06 - 519 910 59