De Bijbel en de kerken
In het midden van de zestiende eeuw nam in de Nederlanden de vervolging door de Spanjaarden van niet-Katholieken sterk toe door de komst van de Spaanse inquisitie. Tegelijktertijd groeide, tegen de verdrukking in, het aantal protestanten (gereformeerden, luthersen, doopsgezinden) en zij hielden in het geheim godsdienstige samenkomsten. Dit deden zij in afgelegen velden waar de voorganger (vaak een voormalig Katholiek pastoor) een gedeelte uit de bijbel voorlas, daarover mediteerde en een gebed deed. Dit waren de zogenaamde hagepreken. Hieronder ziet u een afbeelding daarvan.
Als deelnemers aan de hagepreek betrapt werden door de overheid, werden ze zwaar bestraft. Zowel met boetes als met lijfstraffen. Zie afbeelding hieronder.
Als de predikant werd gegrepen wachtte hem de doodstraf. Zo werd de eerste Noord-Nederlandse voorganger, te weten Jan de Bakker uit Woerden, in Den Haag verbrand in het jaar 1525.
Een school en een straat in Woerden herinneren nog aan zijn naam en in de Grote of St. Jacobskerk in Den Haag is een gebrandschilderd z.g. Jan de Bakker-raam te zien.
Wie aan zag komen (of getipt werd door relaties) dat hij/zij gearresteerd zou worden en wie nog kon vluchten deed dit in vliegende haast. Een deel van de mannen vluchtte naar de Geuzenvloot en versterkte daarmee diens bemanning. Een ander deel, soms complete gezinnen, vluchtte naar omliggende landen waar de protestantse godsdienst niet verboden was.
Een groot gedeelte van de vluchtelingen bestond uit handwerkslieden, ambachtslieden en kooplui. Grote groepen kwamen in Engeland terecht die daar al snel eigen kerken stichtten, in circa twintig dorpen of steden. Er waren daar dorpen die in de tweede helft van de zestiende eeuw wel tot 1/3 uit Nederlandse, Vlaamse en Waalse vluchtelingen bestonden. Zij zaten daar niet in een soort vluchtelingenkamp maar leidden een zeer actief leven in nijverheid en handel. Ze hadden eigen dominees. Toen bijvoorbeeld Dordrecht in 1572 van de Spanjaarden bevrijd was, beriepen ze twee dominees uit de vluchtelingengemeenten in Engeland.
Naast een aantal kleinere groeperingen in andere landen, onstond er in de plaats Emden, waar de gravin de reformatie wel gezind was, een grote Nederlandse vluchtelingengemeente. Nadat in de Nederlanden de bijbeldrukker Liesveld was onthoofd in 1545, durfde jarenlang geen Nederlandse drukker het meer aan de bijbel te drukken, maar in de stad Emden werden vanuit de Nederlandse vluchtelingengemeente al snel bijbels gedrukt.
Lutherse en Doopsgezinde bijbels
In 1560 werd door Nicolas Biestkens een Nederlandstalige bijbel vervaardigd. Deze was vooral geliefd bij de Doopsgezinden en is bij hen tot in de negentiende eeuw in gebruik geweest. Zie afbeeldingen van deze bijbels hieronder.
v
Boven een Doopsgezinde bijbel naar het exemplaar van Nicolaas Bieskens en uitgegeven door Korlenis van der Sys te Amsterdam, in het jaar 1728.
Daarnaast een Doopsgezinde bijbel, gedrukt door Jan Jacobsz. Bouman te Amsterdam, wonende in het huis genaamd: ' De lelie onder de doornen'.
Lutherse bijbels
Ook de Luthersen gebruikten deze Biestkens-bijbel tot er in 1648 een Lutherbijbel in Nederlandse taal uitkwam. Afbeelding komt nog.
Deze bijbel bleef bij hen in gebruik tot er in Amsterdam bij Lindenbergh op groot formaat een Nederlandstalige Lutherbijbel werd uitgegeven. Vaak zelfs met gravures van Romeyn de Hooghe. Zie afbeelding hieronder. Deze bijbel volgt als het ware de Lutherbijbel van 1648 op.
Gereformeerde bijbels
Eveneens in Emden werd in 1561 de zogenaamde deux aes - bijbel gedrukt. Deze bijbel werd meest door de gereformeerden en hun kerken gebruikt, tot de Statenvertaling in inmiddels grotendeels vrij Nederland in 1637 beschikbaar kwam. De tekst van het Oude Testament is hoogstwaarschijnlijk van Godfried van Winghen, die zich daarvoor hoofdzakelijk op de Liesveld-bijbel baseerde en voor het Nieuwe Testament van Johan Dyrkinus.
In deze deux aes-bijbel staan veelal kanttekeningen die ontleend zijn aan de Lutherbijbel (versie Michael Lotter) van 1545 waarbij in de kanttekeningen van het bijbelboek 'Nehemia' hoofdstuk 3:5 staat:
' De armen moete het cruyce draghen,
de rijcke en geven niets,
deux aes en heeft niet,
six cincque en geeft niet,
quater dry die helpen vry'.
Deze vreemde woorden zijn ontleend aan het dobbelspel: deux aes is 2,1; quater dry is 4,3 en six cincque is 6,5. Vrij vertaald staat hier: ' De armen hebben niets, de rijken geven niets, maar de middenstand moet dan maar de last opbrengen'. Hieraan ontleend deze bijbel zijn naam.
Op meer plaatsen waren wel erg volkse kanttekeningen opgenomen. Zo werd bijvoorbeeld door Luther ook verwezen bij kanttekeningen naar Tijl Uilespiegel. Tegen dit soort kanttekeningen en ook tegen de verouderde Luther-vertaling op zich kwamen de protestantse kerken steeds meer in verzet. Dit resulteerde in een uitgave waarin deze kanttekeningen vervangen werden door die van Nederlandse dominees. Nu ontstond er dus een deux aex-bijbel zonder de gewraakte deux aes-kanttekeningen. Zie bijvoorbeeld hieronder een vertaling bewerkt door P.H. Dit was Petrus Hackius, predikant te Leiden. Zie afbeelding hieronder van deze bijbel, gedrukt bij Isaac Jansz. Canin te Dordrecht. (Dit was een zoon van J. Canin, die de eerste Nederlandse bijbel in vrij Holland uitgaf.)
De basis voor deze bijbel was de zogenaamde Geneefse bijbel, aldaar in het Frans gedrukt. Dit was een vertaling uit het Latijn en Grieks door Tremelius met zijn schoonzoon Junius, ook wel Junium genoemd.
Eveneens kwam er een vertaling die ook van kanttekeningen voorzien was door dominee Doreslaar. Ook de predikant Faukelius (Faukelium), die later ook bij de Statenvertaling ingeschakeld was, gaf een door hem bewerkte bijbel uit. De basis voor hun bijbels was een vertaling door Marlorati, een Franse theoloog. Zie afbeelding hieronder van deze bijbel gedrukt bij Jan Jansz. Boeckvercooper te Arnhem in 1614. Deze Jan Jansz., ook wel Jansonius genoemd was een belangrijke drukker. Hij was zo kapitaalkrachtig dat hij ook wel belangen had in papiermolens op de Veluwe.
Daarnaast is afgebeeld de bijbel van dominee Faukelium, predikant te Middelburg. Deze is gedrukt bij Maarten Jansz. Brandt te Amsterdam.
Katholieke bijbels
In Vlaanderen gaf Willem Vorsterman een eerste bijbel uit in de landstaal in 1528. Hoewel de katholieke kerk fel tegen het lezen van de bijbel door niet-geestelijken was, kreeg hij het toch voor elkaar dat de inquisitier Nicolaas Coppijn de bijbel van zijn goedkeuring voorzag. De bijbel werd goed verkocht en kende diverse herdrukken, tot 1545. Toen bleek dat er tussen de eerste druk en de herdrukken verschillen zaten. In de drukken van latere jaren was een grote overeenkomst gekomen met de protestantse Liesveldbijbel. Meteen werden alle uitgaven van Vorsterman verboden, evenals de kopieen die gedrukt waren door Hendrik Peetersen van Middelborch. Terwijl Liesveld ondanks het verbod van de Spaanse Inquisitie nog doorging met drukken, wat hem letterlijk de kop kostte, stopte Vorsterman direct met zijn activiteiten na het verbod van de Katholieke kerk.
In hetzelfde jaar als de onthoofding van Liesveld werd op het Concilie van Trente (en volgende jaren herhaald) nog eens duidelijk uitgesproken dat de enige ware en toegestande bijbel de Vulgaat was. Deze Vulgaat was een bijbel die door Hieronymus in het jaar 383 in opdracht van Paus Damasis vertaald was. (Het Nieuwe Testament uit het Grieks en het Oude Testament uit het Hebreeuws.) Bij zijn werk gebruikte hij ook de oudere vertaling uit het Hebreeuws in het Grieks die door een aantal Joodse geleerden uit Alexandrie was vervaardigd, de zogenaamde Septuagint.
Het Latijn was sinds die tijd het overheersende spreek- en schrijftaal van geleerden die deze taal aan universiteiten en kloosterscholen hadden geleerd. In deze taal communiceerden zij wereldwijd met elkaar.
Uit de Latijnse Vulgaat werd in een Nederlandse vertaling de Moerentorf-bijbel gedrukt in Antwerpen in 1599. Moerentorf, ook wel Moretus genoemd, was een schoonzoon van de beroemde drukker Plantijn.
Dit was de eerste Nederlandstalige bijbel die door de Katholieke Kerk goedgekeurd was en bleef.
Deze bijbel is door de Katholieken tot in de twintigste eeuw gebruikt. Deze Moerentorf-bijbel vindt u hieronder afgebeeld.
Daarnaast afgebeeld eenzelfde soort bijbel en nu herdrukt door Pieter Jacopsz. Paets in 1657 en voorzien van houtsnedes van Christoffel van Sichem.
Onder: Rooms-Katholieke bijbel uit het Latijn in het Nederlands vertaald, Daarnaast: de Katholieke bijbel in het Nederlands vertaald, uitgegeven door Le Febre. uitgegeven bij Besseling te Utrecht.
Openingstijden
Het museum is uitsluitend op afspraak geopend
Adres
4142 LD Leerdam
0345 - 577 605
06 - 519 910 59